In het boek Next Of Kin beschrijft de primaten-onderzoeker Roger Fouts hoe hij in zijn jonge jaren in dienst kwam bij Howard Gardner en verantwoordelijk werd voor de jonge chimpansee Washoe. Zijn werk was erop gericht om Washoe van jongs af aan op te voeden en om haar American Sign Language (ASL) te leren. ASL is gebarentaal voor doven.

Roger krijgt een heel goede band met Washoe, hoewel de chimp ook wispelturig kon zijn, zeker toen ze in de pubertijd kwam.

Een passage in dit boek vond ik aangrijpend. Er waren in die tijd meerdere gezinnen die een jonge chimpansee hadden geadopteerd. In het begin denken de chimps dat ze deel van het gezin zijn en een kind zijn van hun “ouders”, net als hun adoptief broertjes en zusjes. Echter, wanneer ze voor de eerste keer in contact komen met andere gezinnen die ook een chimp hebben geadopteerd, ontdekken ze tot hun grote schrik dat ze tot een andere soort behoren. Wat volgt is een wekenlange depressie of apathie.

Figure 1: Jim Carrey in The Truman Show (1998)

Figure 1: Jim Carrey in The Truman Show (1998)

Ik krijg hierbij hetzelfde soort intense medelijden als wanneer ik in de film zie dat Truman ontdekt dat hij in een schijnwerkelijkheid heeft geleefd. Het maakt me enorm begaan met die hoofdpersoon.

De hond in deze video denkt dat hij op gelijke voet staat met het kind. Hij beschouwt de volwassen man als zijn vader.

Bronnen

Fouts, Roger, and Stephen Tukel Mills. “Next of kin: What chimpanzees have taught me about who we are.” (1997).

Yacowar, Maurice. “Thirteen ways of looking at The Truman show.” /Queen’s Quarterly/ 105.3 (1998): 422-33.